Langestraat 27, 3128 Tremelo-Baal
015/77 16 07 (bereikbaar van ma-vrij 09u00-19u00)

Stotteren, broddelen en selectief mutisme

Dé praktijk in een huiselijke sfeer

Stotteren

De oorzaak van stotteren is erg complex. Bij de meeste kinderen wordt het verklaard door de verwerking van spraak die in de hersenen anders loopt en door genetische factoren. Er is vaak wel een zekere aanleg, maar er zijn ook andere factoren die het stotteren kunnen uitlokken bij sommige kinderen zoals opwinding of vermoeidheid.

Er zijn verschillende manieren waarop mensen kunnen stotteren. Zichtbare kenmerken van stotteren zijn herhalingen van woorden, klanken langer maken of vastzitten in een klank. Het stotteren heeft bovendien ook een impact op het sociaal en emotioneel functioneren.

Denk je dat je kind stottert? Wacht dan niet af. Het is belangrijk dat de diagnose van stotteren bij kleuters tijdig wordt gesteld, want een vroegtijdige behandeling door een gespecialiseerde logopedist/stottertherapeut levert optimale resultaten op. Een belangrijke misvatting is dat onvloeiendheden deel uitmaken van een normale fase in de taalontwikkeling en dat de leeftijd van bijvoorbeeld drie jaar veel te vroeg is om te starten met stottertherapie.

Voor de meest essentiële informatie over stotteren bij kleuters verwijzen we graag door naar volgende website en project: https://thomasmore.be/nl/stotteren-bij-kleuters

Broddelen

Broddelen is een minder gekende vloeiendheidsstoornis. Kenmerkend is het hoge of onregelmatige spreektempo, onjuist gebruik van pauzes, onjuiste zinstructuren en een hogere frequentie aan normale onvloeiendheden. 

​Tijdens het onderzoek wordt de taal en spraak in kaart gebracht. De therapie bestaat voornamelijk uit het aanleren van technieken om de spraakverstaanbaarheid te bevorderen. 

Selectief mutisme

Iemand met spreekangst heeft te kampen met een hinderlijke angst of overmatige spanning om te spreken. Deze angst kan zich op verschillende manieren uiten. Innerlijk gaat spreekangst gepaard met negatieve gedachten over zichzelf, angst voor bepaalde spreeksituaties, piekeren, tobben … Uiterlijk zie je kenmerken als zwetende handen, trillen, droge mond. Deze kenmerken resulteren soms in een bepaald gedrag. Men krijgt bevende stem, gaat onduidelijk articuleren, stil spreken en bepaalde situaties vermijden. Spreekangst kan leiden tot problemen in het sociaal en professioneel functioneren.

Wanneer deze kenmerken reeds in de kindertijd aanwezig zijn, spreken we van selectief mutisme.

Kerngedragingen van selectief mutisme zijn:

*Het kind spreekt niet in specifieke situaties, zoals op school of bij andere gebeurtenissen.

*Het kan wel normaal spreken in situaties waarin het zich comfortabel voelt (bv. thuis).

*Het onvermogen om te spreken in bepaalde situaties is hinderlijk voor het schoolse en sociale functioneren.

*Het mutisme bestaat minstens een maand.

*Het mutisme wordt niet veroorzaakt door een andere communicatiestoornis (bv. stotteren) of het maakt geen deel uit van een ontwikkelingsstoornis (bv. autismespectrumstoornis).

Zoek je begeleiding voor spreekangst of selectief mutisme, dan kan je terecht bij een logopediste. Zij helpt het kind om te durven spreken, zowel binnen als buiten de logopedische setting. Vaak gaat deze therapie gepaard met psychologische therapie om zo de best mogelijke hulp te bieden.